1. Storytelling
De rode draad door het onderzoek is het verhaal van Maliko. Dat verhaal vormt de basis voor het onderzoekend leren.
In het verhaal leren we Jasper, Estelle, Loes, Naïm, Olivia en Maliko kennen. Wanneer ze horen dat het park in Bloemendal gaat sluiten, willen en kunnen ze dat niet laten gebeuren. Maliko is de grote inspirator, hij zet ‘de vijf’ aan tot actie. De vijf kinderen noemen we de ‘onderzoekers’.
De leerlingen in de klas zullen zich herkennen in één van de vijf onderzoekers. Ze hebben elk hun eigen interesses en talenten. Maliko is een charismatisch en kleurrijk figuur die ‘de vijf’ uit hun comfortzone haalt en aanzet tot actie. Daarom is hij wat fantasierijker beschreven en blijft hij mysterieus.
Het verhaal bestaat uit vier delen:
Je kunt het verhaal zelf voorlezen. Er is ook een ingesproken versie van het verhaal beschikbaar en illustraties ter ondersteuning.
2. Onderzoekend en ontwerpend leren
De lesmap is opgebouwd rond de principes van onderzoekend leren. Op basis van vragen vinden er exploitatie en onderzoek plaats en wordt er zo kennis opgebouwd. Leerlingen leren vanuit een vraag die ze al onderzoekend beantwoorden. Ook vaardigheden in verband met samenwerken worden geoefend.
Onderzoekend leren maakt deel uit van ‘STEM‘. Wij haalden onze informatie bij ‘Wetenschapsknooppunten’. Zij ontwikkelden ook een tool waarmee je laagdrempelig, samen met jouw leerlingen, rond onderzoekend leren aan de slag kunt gaan.
3. Coöperatief Leren In Multiculturele groepen
CLIM is een kant en klare methodiek die uitgedacht werd door het Steunpunt Diversiteit & Leren. De term ‘multicultureel’ krijgt een brede invulling’. Met de CLIM-methodiek bevorder je een positief leerklimaat in een heterogene klas. Ontdek hier meer over de CLIM-methodiek.
Tijdens het onderzoek werken de leerlingen in groepjes. Elke leerling neemt een rol op binnen het groepje. Bij elke rol horen een aantal taken die van belang zijn om het groepswerk vlot te laten verlopen.
Coöperatief leren verloopt het best in heterogene groepen. Twee criteria zijn essentieel bij de samenstelling van de groepen: de verscheidenheid van intelligentievormen en de daaruit vloeiende vaardigheden, en de verschillen in status.